Het is december 2001 als Mouctar voor het eerst asiel aanvraagt in Nederland. Hij was gevlucht uit zijn geboorteland Guinee vanwege de oorlog in Sierra Leone, Liberia en zijn eigen land. Nederland wijst zijn asielaanvraag af, maar verleent wel tijdelijk uitstel van vertrek. Een korte tijd later wordt Mouctar plots onwel, en wordt met spoed in het ziekenhuis opgenomen. Tot zijn eigen verbazing blijkt hij Diabetes type 1 te hebben.
De diagnose leidt tot een aantal nieuwe aanvraagprocedures op grond van een verblijf om medische redenen. Het beleid van de IND werkt echter in zijn nadeel: als volgens hun informatie de zorg en medicatie beschikbaar zijn die nodig zijn om iemand in leven te houden, moet diegene terug en krijgt hij of zij geen uitstel van vertrek. Hierbij wordt niet beoordeeld of deze zorg en medicatie ook betaalbaar en voorradig zijn, of dat er wachtlijsten zijn. In de praktijk zullen insuline en doktersbegeleiding voor Mouctar in Guinee nooit toegankelijk zijn.
Als in 2014 de ebola-crisis uitbreekt in Guinee, verleent de IND opnieuw uitstel van vertrek aan Mouctar. Het gezondheidsrisico bij terugkeer en de druk op de zorg aldaar worden te hoog geacht. Maar zodra de ebola-crisis over is, trekt de IND het uitstel van vertrek weer in. Mouctar doet weer een aanvraag: op basis van de uitspraak van het Europese Hof inzake Paposhvili zou er bij medische aanvragen ook een toegankelijkheidtoets in het land van herkomst gedaan moeten worden. In Nederland echter is dit inmiddels zo ingeperkt, dat het praktisch onmogelijk is om deze toets ‘te krijgen’. Hiervoor zijn tal van officiële documenten nodig.
Mouctar is een vriendelijke en innemende man, maar hij is analfabeet en kwetsbaar door zijn slechte gezondheid. Hij heeft ernstige gezondheidsschade door zijn diabetes type 1 en krijgt daarvoor medicatie. Daarnaast lijdt hij aan chronische hoge bloeddruk en zijn er in de afgelopen jaren andere medische problemen naar boven gekomen, waaronder een longembolie en lymfoom. Omdat er kans is dat er zich lymfeklierkanker of een kwaadaardige plasmacelziekte ontwikkelt, moet hij voortdurend onder controle blijven. En dat is niet alles: Mouctar heeft last van depressie, spierspanning en huidproblemen. Al jaren is hij afhankelijk van medicatie: dagelijks slikt hij ruim 11 verschillende soorten en heeft hij controles en behandelingen bij verschillende specialisten.
De IND twijfelt er niet aan dat Mouctar zal overlijden als hij niet de zorg en medicatie krijgt die hij nodig heeft. De discussie gaat over of de benodigde zorg en medicatie beschikbaar en toegankelijk voor hem zijn. Aan Mouctars nationaliteit is in het verleden nooit getwijfeld en vanwege de situatie in Guinee is hem al meermalen uitstel van vertrek verleend.
Inmiddels hebben de Guinese autoriteiten zijn nationaliteit bevestigd. Een paspoort kan Mouctar niet krijgen, maar het is hem wel gelukt om een nationaliteitsverklaring en geboorteakte te verkrijgen. De IND vindt deze documenten niet voldoende om een toegankelijkheidstoets te doen in de verblijfsprocedure. Mouctar kan door zijn diabetes niet lang staan of ver lopen, en hij is analfabeet. Zijn kans op betaald werk in Guinee is praktisch nul, en hij zal daar dus ook zijn medische kosten niet kunnen dragen. Verder vereist zijn insulinegebruik een koelkast met betrouwbare stroomvoorziening: een luxe die maar voor weinigen in Guinee is weggelegd. Mouctars enige kans is de toegankelijkheidstoets. Die zal hem een antwoord geven op zijn vraag: een vraag over leven en dood.