Ali komt uit Bagdad in Irak. Zijn vader had daar een bakkerszaak waarin hij ook meehielp, daarnaast studeerde hij. Zijn vader verkocht vooral brood aan Amerikaanse militairen, wat door de buurt niet gewaardeerd werd.
In 2006, Ali was toen 22, moest hij vluchten vanwege de oorlog. Ook zijn tweelingbroer en twee zussen vluchtten. Zijn broer werd onderweg vermoord, zijn zus kreeg een vergunning in Nederland en heeft hier een gezin. Zijn andere zus kreeg een verblijfsvergunning in Duitsland. Zijn ouders bleven achter. Zijn vader stierf aan een herseninfarct in 2013. Toen zijn moeder in 2016 ook naar Europa probeerde te komen, is de boot gekapseisd en is ze verdronken.
Ali vroeg in 2007 asiel aan in Nederland. Hij kreeg toen een status voor vijf jaar, een huis en inkomen. Na die vijf jaar werd zijn verblijfsvergunning niet meer verlengd omdat Irak sinds 2012 veilig was verklaard. Een tweede asielverzoek mislukte eveneens. Sinds 2017 woont Ali zonder verblijfsvergunning in Nederland.
Zijn toekomst is onzeker. Hij is al lang in Nederland en vindt terugkeer nog steeds riskant. Er is ook geen netwerk meer om naar terug te keren. Zijn droom is om hier in Nederland te kunnen blijven en hier een gezin te stichten.